Interview Wendy Otter van de Dierenambulance

In Nederland zetten jaarlijks al miljoenen mensen zich vrijwillig in voor anderen en hun omgeving. Dat lijkt heel veel, maar de helft van alle Nederlanders boven de 15 doet dit niet. Juist in deze tijd van corona, en dadelijk ook in het nieuwe normaal, draagt vrijwilligerswerk bij aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken zoals toenemende armoede, eenzaamheid en behoefte aan zorg. Het is van enorm belang dat meer mensen de urgentie, maar ook het plezier voelen om vrijwilligerswerk te doen. Daarom hebben vrijwilligersorganisaties en partners de handen ineen geslagen om een jaar lang aandacht te vragen voor de waarde van vrijwillige inzet en meer mensen uit te nodigen dit ook te gaan doen. Ook de Vrijwilligerscentrale IJsselstein en Lopik is aangehaakt bij deze landelijke campagne Mensen Maken Nederland, een initiatief van het NOV.

Om te laten zien hoe leuk en divers het vrijwilligerswerk in Lopik en IJsselstein is, plaatsen we iedere maand een interview met een actieve vrijwilliger uit Lopik of IJsselstein. Deze maand vertelt Wendy Otter (38 jaar) met veel enthousiasme over haar vrijwilligerswerk bij de Dierenambulance IJsselstein.

Op onze eerste vraag, hoe ben je ertoe gekomen om bij de Dierenambulance vrijwilligerswerk te gaan doen, antwoordt Wendy dat ze is begonnen met een heel leuk gesprek op het terras! Dat was met de heren van het bestuur, zij zochten iemand voor marketing en sponsoractiviteiten. Wendy had zoiets van: “Dat vind ik wel leuk om te doen, want op de bus lijkt me maar niks en vind ik spannend”. Ze kwamen met elkaar tot de conclusie dat Wendy de marketing- en sponsoractiviteiten ging oppakken en dat ze er dan vanzelf wel in zou rollen. Alleen bleek dat best lastig. In die tijd heeft ze een handig handboek gevonden, waar ze actief mee aan de slag kon. Door Corona vorig jaar maart was ze echter het thuiszitten ontzettend zat en vlogen de muren op haar af. Ze kreeg iets van:    “Ik wil proberen en ervaren hoe het is op de bus van de Dierenambulance en ik ga het gewoon doen.” Wendy vervolgt: “Door het te doen kom je tot de ontdekking dat het best leuk is!” Ze is toen twee keer mee op pad geweest met een andere chauffeur. Door Corona kon ze niet echt ingewerkt worden, dus ging ze het gewoon proberen. Als ze ergens tegenaan liep, kon ze bellen. In deze Coronaperiode zit Wendy alleen op de bus. Dat vindt ze niet zo handig, want ze moet haar handen aan het stuur houden, bellen, soms wat schrijven. Ze parkeert dan even ergens om een melding te noteren en alles in te voeren op de tablet.

Wendy had altijd al iets met dieren, ook voordat ze bij de Dierenambulance begon. Ze heeft van jongs af aan altijd zelf huisdieren gehad. Toen ze klein was, had ze altijd slakken in haar jaszak en deed ze kikkers door de brievenbus. Ze moest in het begin bij de Dierenambulance wel heel erg wennen aan vogels. Die vliegen en fladderen alle kanten op, maar Wendy is nu steeds minder schrikkerig. De allereerste keer dat ze een dier met vleugels moest vangen tijdens Corona, ging het om een vleermuis. Die zat bij een mevrouw in huis. Wendy heeft niet van alle dieren verstand, maar door te googlen wat je precies met een vleermuis moet doen, kwam ze er uit. Op die manier onderzoekt ze dus zelf zaken wanneer ze het niet precies weet. Ze kan natuurlijk ook altijd een beroep doen op haar collega’s.

Naast het ophalen van gewonde dieren maakt ze soms heftige dingen mee. “Ik laat weleens een traantje”, zegt ze.  Ze is dit vrijwilligerswerk ook gaan doen omdat ze zelf wat sterker wilde worden. Sommige mensen vragen zich af of dit dan niet het opzoeken van het randje is, maar het helpt Wendy juist heel erg. Ze kan ook het leven wat genuanceerder zien. “Er is leven, maar hoe de wind waait weet je nooit. Dat zie je ook bij dieren.”

Wendy vertelt ons wat ze zoal meemaakt. Zo moest ze een keer een kat ophalen die geen eigenaar had en onder de wonden zat, wat heel zielig was. Dan moet ze wel opletten dat ze handschoenen aandoet en zichzelf goed beschermt. Een andere keer moest iemand opgenomen worden in een ziekenhuis. Wendy heeft toen de hond opgehaald om voor een nachtje naar het asiel te brengen. Vorig jaar had ze een kat die wat aan zijn hersenen had. Die heeft de dierenarts toen moeten laten inslapen. En er was een keer iemand zo ziek, dat ze niet meer voor de huisdieren kon zorgen en deze moest afstaan. Dat is dan heel moeilijk. “Er wordt soms gedacht dat het alleen het dier ophalen is, maar je hebt ook met de mensen te maken”, zegt Wendy.

Het leukste wat ze tot nu toe heeft meegemaakt was met een hond die door twee dames gevonden was. Wendy had hem meegenomen en de eigenaar gebeld. “Goedemiddag met de Dierenambulance, klopt het dat uw hond weg is?” “Dat zal dan wel” was de reactie. De eigenaar woonde op een groot terrein en had nog helemaal niet door dat de hond ontsnapt was. Wendy vond de reactie  heel grappig.

De dieren die worden opgehaald gaan naar verschillende opvanglocaties. Vogels b.v. naar een vogelopvang in Utrecht. Daar werken lieve mensen die heel goed weten wat je moet doen. Van de dierenarts daar, die gespecialiseerd is in vogels, leert Wendy heel veel. Bijvoorbeeld hoe ze kan zien of het vleugeltje nog gebruikt kan worden , wanneer ze een vogeltje op haar hand heeft. Honden en katten worden naar Dierenasiel Rijpickerwaard gebracht. In IJsselstein is er een leuke dame die egels opvangt.

Onze tweede vraag aan Wendy is: Wat brengt het vrijwilligerswerk jou? Waarom vind je het zo leuk om te doen?

Daarop antwoordt Wendy: “Het klinkt misschien gek, maar het feit dat je er niks voor krijgt is heerlijk. Het geven is zo fijn. Je zit in een bepaald stramien. Wendy heeft ook een betaalde baan, als management assistent op de Hogeschool Utrecht. Soms zijn er periodes dat je het even minder naar je zin hebt, dan kijk je naar wat je ernaast kunt doen. Zij houdt bijvoorbeeld van tekenen en schrijven. Ze zegt: “Wat je van jongs af aan als hobby had, verlies je vaak door de drukte van kinderen, werk en alles wat er omheen komt. Dan ga je iets doen waarvan je dacht ‘Dat is hartstikke eng of dat durf ik niet’. Wanneer je het dan toch gaat doen en je ziet de mensen en hun dankbaarheid, dat vind ik heel mooi. Het geeft me heel veel energie en verlaagt mijn stressniveau. Het is ook de bedoeling van vrijwilligerswerk dat het je energie en plezier geeft. Het is ontspannend.”

Wendy’s antwoord op onze laatste vraag ‘Wat zou je andere mensen aanraden die misschien vrijwilligerswerk willen doen?’, is:

“Wanneer je vast zit in een bepaald patroon, kom je door vrijwilligerswerk weer los en het  brengt je veel meer. Je krijgt weer andere energie, andere mensen om je heen. In je werk, met je kinderen, je hele leven loop je vaak steeds in hetzelfde cirkeltje en je doet hetzelfde trucje al die jaren. En juist door vrijwilligerswerk te doen, kan het je zomaar iets anders geven. Wanneer je het al langer doet en je bent goed in wat je doet, kun je er misschien zelfs betaald werk in krijgen. Kortom: uit je comfortzone, hupsakee!”